G1096 γίνομαι
worden, gebeuren

Bijbelteksten

Mattheus 1:22En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende:
Mattheus 4:3En de verzoeker, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.
Mattheus 5:18Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Mattheus 5:45Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Mattheus 6:10Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel [alzo] ook op de aarde.
Mattheus 6:16En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden; want zij mismaken hun aangezichten, opdat zij van de mensen mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.
Mattheus 7:28En het is geschied, als Jezus deze woorden geeindigd had, [dat] de scharen zich ontzetten over Zijn leer;
Mattheus 8:13En Jezus zeide tot den hoofdman over honderd: Ga heen, en u geschiede, gelijk gij geloofd hebt. En zijn knecht is gezond geworden te diezelver ure.
Mattheus 8:16En als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel bezeten, tot Hem gebracht, en Hij wierp de [boze] geesten uit met den woorde, en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren;
Mattheus 8:24En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip van de golven bedekt werd; doch Hij sliep.
Mattheus 8:26En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte.
Mattheus 9:10En het geschiedde, als Hij in het huis [van Mattheus] aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen.
Mattheus 9:16Ook zet niemand een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap scheurt af van het kleed, en er wordt een ergere scheur.
Mattheus 9:29Toen raakte Hij hun ogen aan, zeggende: U geschiede naar uw geloof.
Mattheus 10:16Ziet, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.
Mattheus 10:25Het [zij] den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!
Mattheus 11:1En het is geschied, toen Jezus geeindigd had Zijn twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden.
Mattheus 11:20Toen begon Hij de steden, in dewelke Zijn krachten meest geschied waren, te verwijten, omdat zij zich niet bekeerd hadden.
Mattheus 11:21Wee u, Chorazin! wee u Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben.
Mattheus 11:23En gij, Kapernaum! die tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. Want zo in Sodom die krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden tot op den huidigen dag gebleven zijn.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel