Mattheus 21:4 | Dit alles nu is geschied, opdat vervuld worde, hetgeen gesproken is door den profeet, zeggende: |
Mattheus 21:19 | En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging Hij naar hem toe, en vond niets aan denzelven, dan alleenlijk bladeren; en zeide tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! En de vijgeboom verdorde terstond. |
Mattheus 21:21 | Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen den vijgeboom [is geschied]; maar indien gij ook tot deze berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen! het zou geschieden. |
Mattheus 21:42 | Jezus zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: De steen, die de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks; van de Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? |
Mattheus 23:15 | Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal meer dan gij [zijt]. |
Mattheus 23:26 | Gij blinde Farizeer, reinig eerst wat binnen in den drinkbeker en den schotel is, opdat ook het buitenste derzelve rein worde. |
Mattheus 24:6 | En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al [die] dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. |
Mattheus 24:20 | Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat. |
Mattheus 24:21 | Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. |
Mattheus 24:32 | En leert van den vijgeboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is. |
Mattheus 24:34 | Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn. |
Mattheus 24:44 | Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen. |
Mattheus 25:6 | En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! |
Mattheus 26:1 | En het is geschied, als Jezus al deze woorden geeindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen zeide: |
Mattheus 26:2 | Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden. |
Mattheus 26:5 | Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder het volk. |
Mattheus 26:6 | Als nu Jezus te Bethanie was, ten huize van Simon, de melaatse, |
Mattheus 26:20 | En als het avond geworden was, zat Hij aan met de twaalven. |
Mattheus 26:42 | Wederom ten tweeden male heengaande, bad Hij, zeggende: Mijn Vader! Indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede! |
Mattheus 26:54 | Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden, [die zeggen], dat het alzo geschieden moet? |