G1127 γρηγορεύω
waken

Bijbelteksten

Mattheus 24:42Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen zal.
Mattheus 24:43Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven.
Mattheus 25:13Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke de Zoon des mensen komen zal.
Mattheus 26:38Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met Mij.
Mattheus 26:40En Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet een uur met Mij waken?
Mattheus 26:41Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Markus 13:34Gelijk een mens, buitenslands reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood, dat hij zou waken;
Markus 13:35Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, [des avonds] laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in den morgenstond);
Markus 13:37En hetgeen Ik u zeg, [dat] zeg Ik allen: Waakt.
Markus 14:34En zeide tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier, en waakt.
Markus 14:37En Hij kwam, en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Kunt gij niet een uur waken?
Markus 14:38Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest [is] wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Lukas 12:37Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen.
Lukas 12:39Maar weet dit, dat, indien de heer des huizes geweten had, in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven.
Handelingen 20:31Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren [lang] nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen.
1 Corinthiers 16:13Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk.
Colossenzen 4:2Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging;
1 Thessalonicensen 5:6Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn.
1 Thessalonicensen 5:10Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden.
1 Petrus 5:8Zijt nuchteren, [en] waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin