Mattheus 25:36 | [Ik was] naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen. |
Mattheus 25:38 | En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed? |
Mattheus 25:43 | Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht. |
Mattheus 25:44 | Dan zullen ook dezen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? |
Markus 14:51 | En een zeker jongeling volgde Hem, hebbende een lijnwaad omgedaan over het naakte [lijf], en de jongelingen grepen hem. |
Markus 14:52 | En hij, het lijnwaad verlatende, is naakt van hen gevloden. |
Johannes 21:7 | De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de Heere was, omgordde het opperkleed (want hij was naakt), en wierp zichzelven in de zee. |
Handelingen 19:16 | En de mens, in welken de boze geest was, sprong op hen, en hen meester geworden zijnde, kreeg de overhand tegen hen, alzo dat zij naakt en gewond uit dat huis ontvloden. |
1 Corinthiers 15:37 | En hetgeen gij zaait, [daarvan] zaait gij het lichaam niet, dat worden zal, maar een bloot graan, naar het voorvalt, van tarwe, of van enig der andere [granen]. |
2 Corinthiers 5:3 | Zo wij ook bekleed [en] niet naakt zullen gevonden worden. |
Hebreeen 4:13 | En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben. |
Jakobus 2:15 | Indien er nu een broeder of zuster naakt zouden zijn, en gebrek zouden hebben aan dagelijks voedsel; |
Openbaring 3:17 | Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. |
Openbaring 16:15 | Zie, Ik kom als een dief. Zalig is hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte [niet] zie. |
Openbaring 17:16 | En de tien hoornen, die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten, en zullen haar woest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten, en zullen haar met vuur verbranden. |