Romeinen 14:25 | |
Mattheus 1:22 | En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: |
Mattheus 2:5 | En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea [gelegen]; want alzo is geschreven door den profeet: |
Mattheus 2:12 | En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land. |
Mattheus 2:15 | En was aldaar tot den dood van Herodes; opdat vervuld zou worden hetgeen van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. |
Mattheus 2:23 | En [daar] gekomen zijnde, nam hij zijn woonplaats in de stad, genaamd Nazareth; opdat vervuld zou worden, wat door de profeten gezegd is, dat Hij Nazarener zal geheten worden. |
Mattheus 4:4 | Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat. |
Mattheus 4:14 | Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende: |
Mattheus 6:25 | Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding? |
Mattheus 7:13 | Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; |
Mattheus 8:17 | Opdat vervuld zou worden, dat gesproken was door Jesaja, den profeet, zeggende: Hij heeft onze krankheden [op Zich] genomen, en onze [ziekten] gedragen. |
Mattheus 8:28 | En als Hij over aan de andere zijde was gekomen in het land der Gergesenen, zijn Hem twee, van den duivel bezeten, ontmoet, komende uit de graven, die zeer wreed waren, alzo dat niemand door dien weg kon voorbij gaan. |
Mattheus 9:11 | En de Farizeen, [dat] ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren? |
Mattheus 9:14 | Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom vasten wij en de Farizeen veel, en Uw discipelen vasten niet? |
Mattheus 10:22 | En gij zult van allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde, die zal zalig worden. |
Mattheus 12:1 | In dien tijd ging Jezus op een sabbatdag door het gezaaide, en Zijn discipelen hadden honger, en begonnen aren te plukken en te eten. |
Mattheus 12:17 | Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende: |
Mattheus 12:27 | En indien Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. |
Mattheus 12:31 | Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden. |
Mattheus 12:43 | En wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet. |