Markus 12:24 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Dwaalt gij niet, daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods? |
Markus 13:13 | En gij zult gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. |
Markus 13:20 | En indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort. |
Markus 14:21 | De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt! Het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest. |
Markus 14:58 | Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal dezen tempel, die met handen gemaakt is, afbreken, en in drie dagen een anderen, zonder handen gemaakt, bouwen. |
Markus 15:10 | (Want hij wist, dat de overpriesters Hem door nijd overgeleverd hadden.) |
Markus 16:20 | En zij, uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden. Amen. |
Lukas 1:70 | Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld [geweest zijn]; |
Lukas 1:78 | Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; |
Lukas 2:4 | En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was); |
Lukas 4:30 | Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg. |
Lukas 5:5 | En Simon antwoordde en zeide tot Hem: Meester, wij hebben den gehelen nacht over gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen. |
Lukas 5:19 | En niet vindende, waardoor zij hem inbrengen mochten, overmits de schare, zo klommen zij op het dak, en lieten hem door de tichelen neder met het beddeken, in het midden, voor Jezus. |
Lukas 5:30 | En hun Schriftgeleerden en de Farizeen murmureerden tegen Zijn discipelen, zeggende: Waarom eet en drinkt gij met tollenaren en zondaren? |
Lukas 5:33 | En zij zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes dikmaals, en doen gebeden, desgelijks ook [de discipelen] der Farizeen, maar de Uwe eten en drinken? |
Lukas 6:1 | En het geschiedde op den tweeden eersten sabbat, dat Hij door het gezaaide ging; en Zijn discipelen plukten aren, en aten ze, [die] wrijvende met de handen. |
Lukas 8:4 | Als nu een grote schare bijeenvergaderde, en zij van alle steden tot Hem kwamen, zo zeide Hij door gelijkenis: |
Lukas 8:6 | En het andere viel op een steenrots, en opgewassen zijnde, is het verdord, omdat het geen vochtigheid had. |
Lukas 8:19 | En Zijn moeder en [Zijn] broeders kwamen tot Hem, en konden bij Hem niet komen, vanwege de schare. |
Lukas 8:47 | De vrouw nu, ziende, dat zij niet verborgen was, kwam bevende, en voor Hem nedervallende, verklaarde Hem voor al het volk, om wat oorzaak zij Hem aangeraakt had, en hoe zij terstond genezen was. |