G1402 δουλόω
slaaf maken van, lijfeigene maken (tot)

Bijbelteksten

Handelingen 7:6En God sprak alzo, dat zijn zaad vreemdeling zijn zoude in een vreemd land, en [dat] zij het zouden dienstbaar maken, en kwalijk handelen, vierhonderd jaren.
Romeinen 6:18En vrijgemaakt zijnde van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten der gerechtigheid.
Romeinen 6:22Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven.
1 Corinthiers 7:15Maar indien de ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de zuster wordt in zodanige [gevallen] niet dienstbaar gemaakt; maar God heeft ons tot vrede geroepen.
1 Corinthiers 9:19Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven allen dienstbaar gemaakt, opdat ik er meer zou winnen.
Galaten 4:3Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.
Titus 2:3De oude vrouwen insgelijks, dat zij in [haar] dracht zijn, gelijk den heiligen betaamt, dat zij geen lasteraarsters zijn, zich niet tot veel wijns begevende, [maar] leraressen zijn van het goede;
2 Petrus 2:19Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht gemaakt.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel