Markus 9:43 | En indien uw hand u ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur; |
Markus 9:45 | En indien uw voet u ergert, houwt hem af; het is u beter kreupel tot het leven in te gaan, dan de twee voeten hebbende, geworpen te worden in de hel, in het onuitblusselijk vuur; |
Markus 9:47 | En indien uw oog u ergert, werpt het uit; het is u beter maar een oog hebbende in het Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden; |
Markus 10:8 | En die twee zullen tot een vlees zijn, alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. |
Markus 11:1 | En toen zij Jeruzalem genaakten, te Beth-fage en Bethanie, aan den Olijfberg, zond Hij twee van Zijn discipelen uit, |
Markus 12:42 | En er kwam een arme weduwe, die twee kleine [penningen daarin] wierp, hetwelk is een oort. |
Markus 14:1 | En het pascha, en [het feest] der ongehevelde [broden] was na twee dagen. En de overpriesters en de schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden. |
Markus 14:13 | En Hij zond twee van Zijn discipelen uit, en zeide tot hen: Gaat henen in de stad, en u zal een mens ontmoeten, dragende een kruik water, volgt dien; |
Markus 15:27 | En zij kruisigden met Hem twee moordenaars, een aan [Zijn] rechter-, en een aan Zijn linker[zijde]. |
Markus 15:38 | En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden. |
Markus 16:12 | En na dezen is Hij geopenbaard in een andere gedaante, aan twee van hen, daar zij wandelden, en in het veld gingen. |
Lukas 2:24 | En opdat zij offerande gaven, naar hetgeen in de wet des Heeren gezegd is, een paar tortelduiven, of twee jonge duiven. |
Lukas 3:11 | En hij, antwoordende, zeide tot hen: Die twee rokken heeft, dele hem mede, die geen heeft; en die spijze heeft, doe desgelijks. |
Lukas 5:2 | En Hij zag twee schepen aan [den oever] van het meer liggende, en de vissers waren daaruit gegaan, en spoelden de netten. |
Lukas 7:19 | En Johannes, zekere twee van zijn discipelen tot zich geroepen hebbende, zond hen tot Jezus, zeggende: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? |
Lukas 7:41 | [Jezus zeide]: Een zeker schuldheer had twee schuldenaars; de een was schuldig vijfhonderd penningen, en de andere vijftig; |
Lukas 9:3 | En Hij zeide tot hen: Neemt niets mede tot den weg, noch staven, noch male, noch brood, noch geld; noch iemand van u zal twee rokken hebben. |
Lukas 9:13 | Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, en twee vissen; tenzij dan dat wij heengaan en spijs kopen voor al dit volk; |
Lukas 9:16 | En Hij, de vijf broden en de twee vissen genomen hebbende, zag op naar den hemel, en zegende die, en brak ze, en gaf ze den discipelen, om der schare voor te leggen. |
Lukas 9:30 | En ziet, twee mannen spraken met Hem, welke waren Mozes en Elias. |