1 Corinthiers 6:16 | Of weet gij niet, dat die de hoer aanhangt, een lichaam [met haar] is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot een vlees wezen. |
1 Corinthiers 14:27 | En zo iemand een [vreemde] taal spreekt, [dat] het door twee, of ten meeste drie [geschiede], en bij beurte; en dat een het uitlegge. |
1 Corinthiers 14:29 | En dat twee of drie profeten spreken, en dat de anderen oordelen. |
2 Corinthiers 13:1 | Dit is de derde maal, [dat] ik tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan. |
Galaten 4:22 | Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije. |
Galaten 4:24 | Hetwelk dingen zijn, die andere beduiding hebben; want deze zijn de twee verbonden; het ene van den berg Sinai, tot dienstbaarheid barende, hetwelk is Agar. |
Efeziers 2:15 | Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, [namelijk] de wet der geboden in inzettingen [bestaande]; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende; |
Efeziers 5:31 | Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen. |
Filippenzen 1:23 | Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte, om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want [dat] is zeer verre het beste. |
1 Timotheus 5:19 | Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen. |
Hebreeen 6:18 | Opdat wij, door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, [wij namelijk,] die de toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden; |
Hebreeen 10:28 | Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen; |
Openbaring 9:12 | Het ene wee is weggegaan, ziet, er komen nog twee weeen na dezen. |
Openbaring 11:2 | En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig maanden. |
Openbaring 11:3 | En Ik zal Mijn twee getuigen [macht] geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed. |
Openbaring 11:4 | Dezen zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan. |
Openbaring 11:10 | En die op de aarde wonen, die zullen verblijd zijn over hen, en zullen vreugde bedrijven, en zullen elkander geschenken zenden; omdat deze twee profeten degenen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden. |
Openbaring 12:14 | En der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang. |
Openbaring 13:5 | En hetzelve werd een mond gegeven, om grote dingen en [gods]lasteringen te spreken; en hetzelve werd macht gegeven, om [zulks] te doen, twee en veertig maanden. |
Openbaring 13:11 | En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams [hoornen] gelijk, en het sprak als de draak. |