G1473 ἐγώ
ik, mij

Bijbelteksten

2 Corinthiers 12:13Want wat is er, waarin gij minder geweest zijt dan de andere Gemeenten, anders, dan dat ikzelf u niet lastig ben geweest? Vergeeft mij dit ongelijk.
2 Corinthiers 12:15En ik zal zeer gaarne de kosten doen, en voor uw zielen ten koste gegeven worden; hoewel ik, u overvloediger beminnende, weiniger bemind worde.
2 Corinthiers 12:16Doch het zij zo, ik heb u niet bezwaard; maar alzo ik listig was, heb ik u met bedrog gevangen.
Galaten 1:12Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus.
Galaten 2:19Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.
Galaten 2:20Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, [doch] niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.
Galaten 4:12Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.
Galaten 5:2Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn.
Galaten 5:10Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar die u ontroert, zal het oordeel dragen, wie hij ook zij.
Galaten 5:11Maar ik, broeders! Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd.
Galaten 6:17Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam.
Efeziers 3:1Om deze oorzaak [ben] ik Paulus de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt.
Efeziers 4:1Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt;
Efeziers 5:32Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg [dit, ziende] op Christus en op de Gemeente.
Filippenzen 3:4Hoewel ik heb, dat ik ook in het vlees betrouwen mocht; indien iemand anders meent te betrouwen in het vlees, ik nog meer;
Filippenzen 3:13Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen heb.
Filippenzen 4:11Niet dat ik [dit] zeg vanwege gebrek; want ik heb geleerd vergenoegd te zijn in hetgeen ik ben.
Colossenzen 1:23Indien gij maar blijft in het geloof, gefondeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hope des Evangelies, dat gij gehoord hebt, hetwelk gepredikt is onder al de kreature die onder den hemel is; van hetwelk ik Paulus een dienaar geworden ben;
Colossenzen 1:25Welker dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods;
1 Thessalonicensen 2:18Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.

Mede mogelijk dankzij