G1473 ἐγώ
ik, mij

Bijbelteksten

Johannes 5:30Ik kan van Mijzelven niets doen. Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar den wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft.
Johannes 5:31Indien Ik van Mijzelven getuig, Mijn getuigenis is niet waarachtig.
Johannes 5:34Doch Ik neem geen getuigenis van een mens; maar dit zeg Ik, opdat gijlieden zoudt behouden worden.
Johannes 5:36Maar Ik heb een getuigenis meerder, dan [die] van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft, om die te volbrengen, dezelve werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat Mij de Vader gezonden heeft.
Johannes 5:43Ik ben gekomen in den Naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen.
Johannes 5:45Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op welken gij gehoopt hebt.
Johannes 6:20Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd.
Johannes 6:35En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
Johannes 6:40En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Johannes 6:41De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood, Dat uit den hemel nedergedaald is.
Johannes 6:44Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Johannes 6:48Ik ben het Brood des levens.
Johannes 6:51Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld.
Johannes 6:54Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Johannes 6:63De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.
Johannes 6:70Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? En een uit u is een duivel.
Johannes 7:7De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn.
Johannes 7:8Gaat gijlieden op tot dit feest; Ik ga nog niet op tot dit feest; want Mijn tijd is nog niet vervuld.
Johannes 7:17Zo iemand wil Deszelfs wil doen, die zal van deze leer bekennen, of zij uit God is, dan [of] Ik van Mijzelven spreek.
Johannes 7:29Maar Ik ken Hem; want Ik ben van Hem, en Hij heeft Mij gezonden.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken