G1537 ἐκ
uit

Bijbelteksten

Mattheus 26:64Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechter[hand] der kracht [Gods], en komende op de wolken des hemels.
Mattheus 26:73En een weinig daarna, die er stonden, bijkomende, zeiden tot Petrus: Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uw spraak maakt u openbaar.
Mattheus 27:7En te zamen raad gehouden hebbende, kochten zij daarmede den akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen.
Mattheus 27:29En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten [die] op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechter[hand]; en vallende op hun knieen voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden!
Mattheus 27:38Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker[zijde].
Mattheus 27:48En terstond een van hen [toe]lopende, nam een spons, en [die] met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken.
Mattheus 27:53En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
Mattheus 28:2En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde de steen af van de deur, en zat op denzelven.
Markus 1:11En er geschiedde een stem uit de hemelen: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!
Markus 1:25En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga uit van hem.
Markus 1:26En de onreine geest, hem scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem.
Markus 1:29En van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes.
Markus 5:2En zo Hij uit het schip gegaan was, terstond ontmoette Hem, uit de graven, een mens met een onreinen geest;
Markus 5:8(Want Hij zeide tot hem: Gij onreine geest, ga uit van den mens!)
Markus 5:30En terstond Jezus, bekennende in Zichzelven de kracht, die van Hem uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt?
Markus 6:14En de koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar doopte, is van de doden opgewekt, en daarom werken die krachten in Hem.
Markus 6:16Maar als het Herodes hoorde, zeide hij: Deze is Johannes, dien ik onthoofd heb; die is van de doden opgewekt.
Markus 6:51En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd.
Markus 6:54En als zij uit het schip gegaan waren, terstond werden zij Hem kennende.
Markus 7:11Maar gijlieden zegt: Zo een mens tot vader of moeder zegt: [Het is] korban (dat is [te zeggen], een gave), zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen, [die voldoet].

Mede mogelijk dankzij

Hadderech