Markus 12:30 | En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. |
Markus 12:33 | En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen. |
Markus 12:36 | Want David zelf heeft door den Heiligen Geest gezegd: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter[hand], totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. |
Markus 12:44 | Want zij allen hebben van hun overvloed [daarin] geworpen; maar deze heeft van haar gebrek, al wat zij had, [daarin] geworpen, haar gansen leeftocht. |
Markus 13:1 | En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester! zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen! |
Markus 13:15 | En die op het dak is, kome niet af in het huis, en ga niet in, om iets uit zijn huis weg te nemen. |
Markus 13:27 | En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels. |
Markus 14:18 | En als zij aanzaten en aten, zeide Jezus: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u, die met Mij eet, Mij zal verraden. |
Markus 14:20 | Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: [Het is] een uit de twaalven, die met Mij in de schotel indoopt. |
Markus 14:23 | En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun [dien]; en zij dronken allen uit denzelven. |
Markus 14:25 | Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods. |
Markus 14:31 | Maar hij zeide nog des te meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen! En insgelijks zeiden zij ook allen. |
Markus 14:62 | En Jezus zeide: Ik ben het. En gijlieden zult den Zoon des mensen zien zitten ter rechter[hand] der kracht [Gods], en komen met de wolken des hemels. |
Markus 14:69 | En de dienstmaagd, hem wederom ziende, begon te zeggen tot degenen, die daarbij stonden: Deze is een van die. |
Markus 14:70 | Maar hij loochende het wederom. En een weinig daarna, die daarbij stonden, zeiden wederom tot Petrus: Waarlijk, gij zijt een van die; want gij zijt ook een Galileer, en uw spraak gelijkt. |
Markus 14:72 | En de haan kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij, [zich] van daar makende, weende. |
Markus 15:27 | En zij kruisigden met Hem twee moordenaars, een aan [Zijn] rechter-, en een aan Zijn linker[zijde]. |
Markus 15:39 | En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon! |
Markus 15:46 | En hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende, wond [Hem] in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen de deur des grafs. |
Markus 16:3 | En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen? |