G1537 ἐκ
uit

Bijbelteksten

Lukas 12:15En Hij zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want het is niet in den overvloed [gelegen], dat iemand leeft uit zijn goederen.
Lukas 12:25Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
Lukas 12:36En zijt gij den mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen.
Lukas 14:28Want wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent de kosten, of hij ook heeft, hetgeen tot volmaking [nodig is]?
Lukas 14:33Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn.
Lukas 15:4Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?
Lukas 16:9En Ik zeg ulieden: Maakt uzelven vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon, opdat, wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige tabernakelen.
Lukas 16:31Doch [Abraham] zeide tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al ware het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.
Lukas 17:7En wie van u heeft een dienstknecht ploegende, of [de beesten] hoedende, die tot hem, als hij van den akker inkomt, terstond zal zeggen: Kom bij, en zit aan?
Lukas 17:15En een van hen, ziende, dat hij genezen was, keerde wederom, met grote stemme God verheerlijkende.
Lukas 17:24Want gelijk de bliksem, die van het ene [einde] onder den hemel bliksemt, tot het andere onder den hemel schijnt, alzo zal ook de Zoon des mensen wezen in Zijn dag.
Lukas 18:21En hij zeide: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid aan.
Lukas 19:22Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb.
Lukas 20:4De doop van Johannes, was die uit den Hemel, of uit de mensen?
Lukas 20:5En zij overleiden onder zich, zeggende: Indien wij zeggen: Uit den Hemel; zo zal Hij zeggen: Waarom hebt gij dan hem niet geloofd?
Lukas 20:6En indien wij zeggen: Uit de mensen; zo zal ons al het volk stenigen; want zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet was.
Lukas 20:35Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden;
Lukas 20:42En David zelf zegt in het boek der psalmen: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter[hand],
Lukas 21:4Want die allen hebben van hun overvloed geworpen tot de gaven Gods; maar deze heeft van haar gebrek, al den leeftocht, dien zij had, [daarin] geworpen.
Lukas 21:16En gij zult overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en magen, en vrienden; en zij zullen er [sommigen] uit u doden.

Mede mogelijk dankzij