Mattheus 25:3 | Die dwaas [waren], haar lampen nemende, namen geen olie met zich. |
Mattheus 25:4 | Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen. |
Mattheus 25:8 | En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. |
Markus 6:13 | En zij wierpen vele duivelen uit, en zalfden vele kranken met olie, en maakten hen gezond. |
Lukas 7:46 | Met olie hebt gij Mijn hoofd niet gezalfd; maar deze heeft Mijn voeten met zalf gezalfd. |
Lukas 10:34 | En hij, tot [hem] gaande, verbond zijn wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende op zijn eigen beest, voerde hem in de herberg en verzorgde hem. |
Lukas 16:6 | En hij zeide: Honderd vaten olie. En hij zeide tot hem: Neem uw handschrift, en nederzittende, schrijf haastelijk vijftig. |
Hebreeen 1:9 | Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad, en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten. |
Jakobus 5:14 | Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren. |
Openbaring 6:6 | En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en den wijn niet. |
Openbaring 18:13 | En kaneel, en reukwerk, en welriekende zalf, en wierook, en wijn, en olie, en meelbloem, en tarwe, en lastbeesten, en schapen; en van paarden, en van koetswagens, en van lichamen, en de zielen der mensen. |