G1679 ἐλπίζω
hopen, verwachten

Bijbelteksten

Mattheus 12:21En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen.
Lukas 6:34En indien gij leent dengenen, van welke gij hoopt weder te ontvangen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars lenen den zondaren, opdat zij evengelijk weder mogen ontvangen.
Lukas 23:8En als Herodes Jezus zag, werd hij zeer verblijd; want hij was van over lang begerig geweest Hem te zien, omdat hij veel van Hem hoorde; en hoopte enig teken te zien, dat van Hem gedaan zou worden.
Lukas 24:21En wij hoopten, dat Hij was Degene, Die Israel verlossen zou. Doch ook, benevens dit alles, is het heden de derde dag, van dat deze dingen geschied zijn.
Johannes 5:45Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op welken gij gehoopt hebt.
Handelingen 24:26En tegelijk ook hopende, dat hem van Paulus geld gegeven zou worden, opdat hij hem losliet; waarom hij hem ook dikwijls ontbood, en sprak met hem.
Handelingen 26:7Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag [God] dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd.
Romeinen 8:24Want wij zijn in hope zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen iemand ziet, waarom zal hij het ook hopen?
Romeinen 8:25Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.
Romeinen 15:12En wederom zegt Jesaja: Er zal zijn de wortel van Jessai, en Die opstaat, om over de heidenen te gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen.
Romeinen 15:24Zo zal ik, wanneer ik naar Spanje reis, tot u komen; want ik hoop in het doorreizen u te zien, en van u derwaarts geleid te worden, als ik eerst van ulieder [tegenwoordigheid] eensdeels verzadigd zal zijn.
1 Corinthiers 13:7Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.
1 Corinthiers 15:19Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen.
1 Corinthiers 16:7Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de Heere zal toelaten.
2 Corinthiers 1:10Die ons uit zo groten dood verlost heeft, en [nog] verlost; op Welken wij hopen, dat Hij [ons] ook nog verlossen zal.
2 Corinthiers 1:13Want wij schrijven u geen andere dingen, dan die gij kent, of ook erkent; en ik hoop, dat gij ze ook tot het einde toe erkennen zult;
2 Corinthiers 5:11Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.
2 Corinthiers 8:5En [zij deden] niet [alleen], gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelven eerst aan den Heere en [daarna] aan ons, door den wil van God.
2 Corinthiers 13:6Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn.
Filippenzen 2:19En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken