Mattheus 26:67 | Toen spogen zij in Zijn aangezicht, en sloegen Hem met vuisten. |
Mattheus 27:30 | En op Hem gespogen hebbende, namen zij de rietstok en sloegen op Zijn hoofd. |
Markus 10:34 | En zij zullen Hem bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden; en ten derden dage zal Hij weder opstaan. |
Markus 14:65 | En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. |
Markus 15:19 | En sloegen Zijn hoofd met een rietstok, en bespogen Hem, en vallende op de knieen, aanbaden Hem. |
Lukas 18:32 | Want Hij zal den heidenen overgeleverd worden, en Hij zal bespot worden, en smadelijk behandeld worden, en bespogen worden. |