G1746 ἐνδύω
aandoen, kleden (zich)

Bijbelteksten

Mattheus 6:25Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?
Mattheus 22:11En als de koning ingegaan was, om de aanzittende [gasten] te overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed [zijnde] met een bruiloftskleed;
Mattheus 27:31En toen zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den mantel af, en deden Hem Zijn klederen aan, en leidden Hem heen om te kruisigen.
Markus 1:6En Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lenden, en at sprinkhanen en wilde honig.
Markus 6:9Maar dat zij schoenzolen zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed zijn.
Markus 15:17En deden Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten hebbende, zetten Hem [die] op;
Markus 15:20En als zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den purperen mantel af, en deden Hem Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om Hem te kruisigen.
Lukas 12:22En Hij zeide tot Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult.
Lukas 15:22Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt [hier] voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten;
Lukas 24:49En ziet, Ik zende de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte.
Handelingen 12:21En op een gezetten dag, Herodes, een koninklijk kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten zijnde, deed een rede tot hen.
Romeinen 13:12De nacht is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen des lichts.
Romeinen 13:14Maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.
1 Corinthiers 15:53Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke [moet] onsterfelijkheid aandoen.
1 Corinthiers 15:54En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning.
2 Corinthiers 5:3Zo wij ook bekleed [en] niet naakt zullen gevonden worden.
Galaten 3:27Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.
Efeziers 4:24En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Efeziers 6:11Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.
Efeziers 6:14Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin