Mattheus 21:46 | En zoekende Hem te vangen, vreesden zij de scharen, dewijl deze Hem hielden voor een profeet. |
Lukas 11:6 | Overmits mijn vriend van de reis tot mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem voorzette; |
Handelingen 13:46 | Maar Paulus en Barnabas, vrijmoedigheid gebruikende, zeiden: Het was nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet, wij keren ons tot de heidenen. |
Handelingen 14:12 | En zij noemden Barnabas Jupiter, en Paulus Mercurius, omdat hij het woord voerde. |
Handelingen 15:24 | Nademaal wij gehoord hebben, dat sommigen, die van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben en uw zielen wankelende gemaakt, zeggende, dat gij moet besneden worden, en de wet onderhouden; welken wij [dat] niet bevolen hadden; |
1 Corinthiers 1:21 | Want nademaal, in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven; |
1 Corinthiers 1:22 | Overmits de Joden een teken begeren, en de Grieken wijsheid zoeken; |
1 Corinthiers 14:16 | Anderszins, indien gij dankzegt met den geest, hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult, amen zeggen op uw dankzegging, dewijl hij niet weet, wat gij zegt? |
1 Corinthiers 15:21 | Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens. |
Filippenzen 2:26 | Dewijl hij zeer begerig was naar u allen, en zeer beangst was, omdat gij gehoord hadt, dat hij krank was. |