G1929 ἐπιδίδωμι
overhandigen, overgeven

Bijbelteksten

Mattheus 7:9Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven?
Mattheus 7:10En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven?
Lukas 4:17En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was;
Lukas 11:11En wat vader onder u, dien de zoon om brood bidt, zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal hem voor een vis een slang geven?
Lukas 11:12Of zo hij ook om een ei zou bidden, zal hij hem een schorpioen geven?
Lukas 24:30En het geschiedde, als Hij met hen aanzat, nam Hij het brood, en zegende het, en als Hij het gebroken had, gaf Hij het hun.
Lukas 24:42En zij gaven Hem een stuk van een gebraden vis, en van honigraten.
Johannes 13:26Jezus antwoordde: Deze is het, dien Ik de bete, als Ik ze ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete ingedoopt had, gaf Hij ze Judas, Simons [zoon], Iskariot.
Handelingen 15:30Dezen dan, hun afscheid ontvangen hebbende, kwamen te Antiochie; en de menigte vergaderd hebbende, gaven zij den brief over.
Handelingen 27:15En als het schip daarmede weggerukt werd, en niet kon tegen den wind opzeilen, gaven wij het op, en dreven heen.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin