G2070 ἐσμέν
zijn

Bijbelteksten

Romeinen 14:8Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.
1 Corinthiers 3:9Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.
1 Corinthiers 10:17Want een brood [is het, zo] zijn wij velen een lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn.
1 Corinthiers 10:22Of tergen wij den Heere? Zijn wij sterker dan Hij?
1 Corinthiers 15:19Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen.
2 Corinthiers 1:14Gelijkerwijs gij ook ten dele ons erkend hebt, dat wij uw roem zijn, gelijk gij ook de onze zijt, in den dag van den Heere Jezus.
2 Corinthiers 1:24Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers uwer blijdschap; want gij staat door het geloof.
2 Corinthiers 2:15Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren gaan;
2 Corinthiers 2:17Want wij dragen niet, gelijk velen, het Woord Gods te koop, maar als uit oprechtheid, maar als uit God, in de tegenwoordigheid Gods, spreken wij het in Christus.
2 Corinthiers 3:5Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God;
2 Corinthiers 10:11Dezulke bedenke dit, dat hoedanigen wij zijn in het woord door brieven, als wij afwezig zijn, wij ook zodanigen zijn inderdaad, als wij tegenwoordig zijn.
2 Corinthiers 13:6Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn.
Galaten 3:25Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.
Galaten 4:28Maar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izak was.
Galaten 4:31Zo dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd, maar der vrije.
Efeziers 2:10Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.
Efeziers 4:25Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden.
Efeziers 5:30Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.
Filippenzen 3:3Want wij zijn de besnijding, wij, die God in den Geest dienen, en in Christus Jezus roemen, en niet in het vlees betrouwen.
1 Thessalonicensen 5:5Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen