Openbaring 17:18 | En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde. |
Openbaring 19:8 | En haar is gegeven, dat zij bekleed worde met rein en blinkend fijn lijnwaad; want dit fijn lijnwaad zijn de rechtvaardigmakingen der heiligen. |
Openbaring 19:10 | En ik viel [neder] voor zijn voeten, om hem te aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie, dat gij [dat] niet [doet]; ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben; aanbid God. Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie. |
Openbaring 20:2 | En hij greep den draak, den oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; |
Openbaring 20:12 | En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. |
Openbaring 20:14 | En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. |
Openbaring 21:1 | En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. |
Openbaring 21:8 | Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood. |
Openbaring 21:12 | En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de [namen] der twaalf geslachten der kinderen Israels. |
Openbaring 21:16 | En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als [haar] breedte. En hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend stadien; de lengte, en de breedte, en de hoogte derzelve waren even gelijk. |
Openbaring 21:17 | En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, [naar] de maat eens mensen, welke des engels was. |
Openbaring 21:22 | En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere, de almachtige God, is haar Tempel, en het Lam. |
Openbaring 22:10 | En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij. |