Lukas 8:14 | En dat in de doornen valt, zijn dezen, die gehoord hebben, en heengaande verstikt worden door de zorgvuldigheden, en rijkdom, en wellusten des levens, en voldragen geen [vrucht]. |
Titus 3:3 | Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, [en] elkander hatende. |
Jakobus 4:1 | Van waar [komen] krijgen en vechterijen onder u? [Komen zij] niet hiervan, [namelijk] uit uw wellusten, die in uw leden strijd voeren? |
Jakobus 4:3 | Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt. |
2 Petrus 2:13 | En zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijkse weelde [hun] vermaak achten, zijnde vlekken en smetten, en zijn weelderig in hun bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn; |