G2244 ἡλικία
leeftijd, ouderdom

Bijbelteksten

Mattheus 6:27Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
Lukas 2:52En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen.
Lukas 12:25Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
Lukas 19:3En zocht Jezus te zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon was.
Johannes 9:21Maar hoe hij nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft, weten wij niet; hij heeft [zijn] ouderdom, vraagt hemzelven; hij zal van zichzelven spreken.
Johannes 9:23Daarom zeiden zijn ouders: Hij heeft [zijn] ouderdom, vraagt hemzelven.
Efeziers 4:13Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus;
Hebreeen 11:11Door het geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd [haars] ouderdoms heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht, Die het beloofd had.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken