G2258 ἦν
ik was

Bijbelteksten

Handelingen 1:15En in dezelve dagen stond Petrus op in het midden der discipelen, en sprak (er was nu een schare bijeen van omtrent honderd en twintig personen):
Handelingen 1:17Want hij was met ons gerekend, en had het lot dezer bediening verkregen.
Handelingen 2:1En als de dag van het Pinkster[feest] vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen.
Handelingen 2:2En er geschiedde haastelijk uit den hemel een geluid, gelijk als van een geweldigen, gedreven wind, en vervulde het gehele huis, waar zij zaten.
Handelingen 2:5En er waren Joden, te Jeruzalem wonende, godvruchtige mannen van allen volke dergenen, die onder den hemel zijn.
Handelingen 2:24Welken God opgewekt heeft, de smarten des doods ontbonden hebbende, alzo het niet mogelijk was, dat Hij van denzelven [dood] zou gehouden worden.
Handelingen 2:42En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
Handelingen 2:44En allen, die geloofden, waren bijeen, en hadden alle dingen gemeen;
Handelingen 3:10En zij kenden hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid en ontzetting over hetgeen hem geschied was.
Handelingen 4:3En zij sloegen de handen aan hen, en zetten ze in bewaring tot den anderen dag; want het was nu avond.
Handelingen 4:6En Annas, de hogepriester, en Kajafas, en Johannes, en Alexander, en zovele er van het hogepriesterlijk geslacht waren.
Handelingen 4:13Zij nu, ziende de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende, dat zij ongeleerde en slechte mensen waren, verwonderden zich, en kenden hen, dat zij met Jezus geweest waren.
Handelingen 4:22Want de mens was meer dan veertig jaren oud, aan welken dit teken der genezing geschied was.
Handelingen 4:31En als zij gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid.
Handelingen 4:32En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen.
Handelingen 4:33En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen.
Handelingen 5:12En door de handen der apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk; en zij waren allen eendrachtelijk in het voorhof van Salomo.
Handelingen 7:9En de patriarchen, nijdig zijnde, verkochten Jozef, [om] naar Egypte [gebracht te worden]; en God was met hem,
Handelingen 7:20In welken tijd Mozes werd geboren, en was uitnemend schoon; welke drie maanden opgevoed werd in het huis zijns vaders.
Handelingen 7:22En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in woorden en in werken.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken