Markus 6:48 | En Hij zag, dat zij zich zeer pijnigden, om [het schip] voort te krijgen; want de wind was hun tegen; en omtrent de vierde wake des nachts, kwam Hij tot hen, wandelende op de zee, en wilde hen voorbijgaan. |
Markus 6:52 | Want zij hadden niet gelet op [het wonder] der broden; want hun hart was verhard. |
Markus 7:26 | Deze nu was een Griekse vrouw, van geboorte uit Syro-fenicie; en zij bad Hem, dat Hij den duivel uitwierp uit haar dochter. |
Markus 8:9 | Die nu gegeten hadden, waren omtrent vier duizend; en Hij liet hen gaan. |
Markus 9:4 | En van hen werd gezien Elias met Mozes, en zij spraken met Jezus. |
Markus 9:6 | Want hij wist niet, wat hij zeide; want zij waren zeer bevreesd. |
Markus 10:22 | Maar hij, treurig geworden zijnde over dat woord, ging bedroefd weg; want hij had vele goederen. |
Markus 10:32 | En zij waren op den weg, gaande op naar Jeruzalem; en Jezus ging voor hen; en zij waren verbaasd, en Hem volgende, waren zij bevreesd. En de twaalven wederom tot Zich nemende, begon Hij hun te zeggen de dingen, die Hem overkomen zouden; |
Markus 11:13 | En ziende van verre een vijgeboom, die bladeren had, ging Hij [om te zien], of Hij ook iets op denzelven zou vinden; en daarbij gekomen zijnde, vond Hij niet dan bladeren; want het was de tijd der vijgen niet. |
Markus 11:30 | De doop van Johannes, was die uit den hemel, of uit de mensen? Antwoordt Mij. |
Markus 11:32 | Maar indien wij zeggen: Uit de mensen; zo vrezen wij het volk; want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk een profeet was. |
Markus 12:20 | Er waren nu zeven broeders, en de eerste nam een vrouw, en stervende liet geen zaad na. |
Markus 14:1 | En het pascha, en [het feest] der ongehevelde [broden] was na twee dagen. En de overpriesters en de schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden. |
Markus 14:4 | En er waren sommigen, die dat zeer kwalijk namen bij zichzelven, en zeiden: Waartoe is dit verlies der zalf geschied? |
Markus 14:21 | De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt! Het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest. |
Markus 14:40 | En wedergekeerd zijnde, vond Hij hen wederom slapende, want hun ogen waren bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem antwoorden zouden. |
Markus 14:54 | En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur. |
Markus 14:56 | Want velen getuigden valselijk tegen Hem, en de getuigenissen waren niet eenparig. |
Markus 14:59 | En ook alzo was hun getuigenis niet eenparig. |
Markus 14:67 | En ziende Petrus zich warmende, zag zij hem aan, en zeide: Ook gij waart met Jezus den Nazarener. |