G2285 θάμβος
verstomming, ontzetting, verbazing

Bijbelteksten

Lukas 4:36En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit?
Lukas 5:9Want verbaasdheid had hem bevangen, en allen, die met hem waren, over de vangst der vissen, die zij gevangen hadden;
Handelingen 3:10En zij kenden hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid en ontzetting over hetgeen hem geschied was.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs