G2338 θῆλυς
vrouwelijk, vrouw

Bijbelteksten

Mattheus 19:4Doch Hij, antwoordende, zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne [den mens] gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw?
Markus 10:6Maar van het begin der schepping heeft ze God man en vrouw gemaakt.
Romeinen 1:26Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het [gebruik] tegen nature;
Romeinen 1:27En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die [daartoe] behoorde, in zichzelven ontvangende.
Galaten 3:28Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus.

Mede mogelijk dankzij