G2351 θόρυβος
lawaai, herrie, tumult, rumoer

Bijbelteksten

Mattheus 26:5Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder het volk.
Mattheus 27:24Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer [dat er] oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.
Markus 5:38En kwam in het huis des oversten der synagoge; en zag de beroerte [en degenen], die zeer weenden en huilden.
Markus 14:2Maar zij zeiden: Niet in het feest, opdat niet misschien oproer onder het volk worde.
Handelingen 20:1Nadat nu het oproer gestild was, Paulus, de discipelen tot zich geroepen en gegroet hebbende, ging uit om naar Macedonie te reizen.
Handelingen 21:34En onder de schare riep [de ene dit], de andere wat anders. Doch als hij de zekerheid niet kon weten vanwege de beroerte, beval hij, dat men hem in de legerplaats zou brengen.
Handelingen 24:18Waarover mij gevonden hebben, geheiligd zijnde, in den tempel, niet met volk, noch met beroerte, enige Joden uit Azie;

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs