G2364 θυγάτηρ
dochter

Bijbelteksten

Lukas 13:16En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, ziet, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band, op den dag des sabbats?
Lukas 23:28En Jezus, Zich tot haar kerende zeide: Gij dochters van Jeruzalem! weent niet over Mij, maar weent over uzelven, en over uw kinderen.
Johannes 12:15Vrees niet, gij dochter Sions, zie, uw Koning komt, zittende op het veulen ener ezelin.
Handelingen 2:17En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen.
Handelingen 7:21En als hij weggeworpen was, nam hem de dochter van Farao op, en voedde hem voor zichzelve op tot een zoon.
Handelingen 21:9Deze nu had vier dochters, [nog] maagden, die profeteerden.
2 Corinthiers 6:18En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige.
Hebreeen 11:24Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te worden;

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen