G2411 ἱερόν
heilige plaats, tempel

Bijbelteksten

Mattheus 4:5Toen nam Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels;
Mattheus 12:5Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en [nochtans] onschuldig zijn?
Mattheus 12:6En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is.
Mattheus 21:12En Jezus ging in den tempel Gods, en dreef uit allen, die verkochten en kochten in den tempel, en keerde om de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten.
Mattheus 21:14En er kwamen blinden en kreupelen tot Hem in den tempel, en Hij genas dezelve.
Mattheus 21:15Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids! namen zij dat zeer kwalijk;
Mattheus 21:23En als Hij in den tempel gekomen was, kwamen tot Hem, terwijl Hij leerde, de overpriesters en de ouderlingen des volks, zeggende: Door wat macht doet Gij deze dingen? En Wie heeft U deze macht gegeven?
Mattheus 24:1En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen bij Hem, om Hem de gebouwen des tempels te tonen.
Mattheus 26:55Ter zelfder ure sprak Jezus tot de scharen: Gij zijt uitgegaan als tegen een moordenaar, met zwaarden en stokken, om Mij te vangen; dagelijks zat Ik bij u, lerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen;
Markus 11:11En Jezus kwam binnen Jeruzalem, en in den tempel; en als Hij alles rondom bezien had, en het nu avondstond was, ging Hij uit naar Bethanie met de twaalven.
Markus 11:15En zij kwamen te Jeruzalem; en Jezus, in den tempel gegaan zijnde, begon degenen, die in den tempel verkochten en kochten, uit te drijven; en de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten, keerde Hij om;
Markus 11:16En liet niet toe, dat iemand enig vat door den tempel droeg.
Markus 11:27En zij kwamen wederom te Jeruzalem. En als Hij in den tempel wandelde, kwamen tot Hem de overpriesters, en de schriftgeleerden, en de ouderlingen.
Markus 12:35En Jezus antwoordde en zeide, lerende in den tempel: Hoe zeggen de schriftgeleerden, dat de Christus een Zoon van David is?
Markus 13:1En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester! zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen!
Markus 13:3En als Hij gezeten was op den Olijfberg, tegen de tempel over, vraagden Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, en Andreas, alleen:
Markus 14:49Dagelijks was Ik bij ulieden in den tempel, lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen; maar [dit geschiedt], opdat de Schriften vervuld zouden worden.
Lukas 2:27En hij kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen;
Lukas 2:37En zij was een weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met vasten en bidden, [God] dienende nacht en dag.
Lukas 2:46En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel