G2749 κεῖμαι
liggen, rusten

Bijbelteksten

Mattheus 3:10En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.
Mattheus 5:14Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.
Mattheus 28:6Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.
Lukas 2:12En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe.
Lukas 2:16En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe.
Lukas 2:34En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder: Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israel, en tot een teken, dat wedersproken zal worden.
Lukas 3:9En de bijl ligt ook alrede aan den wortel der bomen; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen, en in het vuur geworpen.
Lukas 12:19En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk.
Lukas 23:53En als hij hetzelve afgenomen had, wond hij dat in een fijn lijnwaad, en legde het in een graf, in een rots gehouwen, waarin nog nooit iemand gelegd was.
Lukas 24:12Doch Petrus opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende, zag hij de linnen doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende bij zichzelven van hetgeen geschied was.
Johannes 2:6En aldaar waren zes stenen watervaten gesteld, naar de reiniging der Joden, elk houdende twee of drie metreten.
Johannes 11:41Zij namen dan den steen weg, waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt.
Johannes 19:29Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond.
Johannes 20:5En als hij nederbukte, zag hij de doeken liggen; nochtans ging hij [er] niet in.
Johannes 20:6Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging in het graf, en zag de doeken liggen.
Johannes 20:7En den zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, [zag hij] niet bij de doeken liggen, maar in het bijzonder in een [andere] plaats samengerold.
Johannes 20:12En zag twee engelen in witte [klederen] zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had.
Johannes 21:9Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen zij een kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood.
1 Corinthiers 3:11Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus.
2 Corinthiers 3:15Maar tot den huidigen [dag] toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech