G2980 λαλέω
geluid maken, spreken, praten, babbelen, vertellen

Bijbelteksten

Lukas 1:22En als hij uitkwam, kon hij tot hen niet spreken; en zij bekenden, dat hij een gezicht in den tempel gezien had. En hij wenkte hun toe, en bleef stom.
Lukas 1:45En zalig is [zij], die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.
Lukas 1:55(Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, [namelijk] tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid.
Lukas 1:64En terstond werd zijn mond geopend, en zijn tong [losgemaakt]; en hij sprak, God lovende.
Lukas 1:70Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld [geweest zijn];
Lukas 2:17En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken gezegd was.
Lukas 2:18En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders.
Lukas 2:20En de herders keerde wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was.
Lukas 2:33En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd.
Lukas 2:38En deze, te dierzelfder ure daarbij komende, heeft insgelijks den Heere beleden, en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.
Lukas 2:50En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak.
Lukas 4:41En er voeren ook duivelen uit van velen, roepende en zeggende: Gij zijt de Christus, de Zone Gods! En [hen] bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat zij wisten, dat Hij de Christus was.
Lukas 5:4En als Hij afliet van spreken, zeide Hij tot Simon: Steek af naar de diepte, en werp uw netten uit om te vangen.
Lukas 5:21En de Schriftgeleerden en de Farizeen begonnen te overdenken, zeggende: Wie is Deze, Die [gods]lastering spreekt? Wie kan de zonden vergeven, dan God alleen?
Lukas 6:45De goede mens brengt het goede voort uit den goeden schat zijns harten; en de kwade mens brengt het kwade voort uit den kwaden schat zijns harten; want uit den overvloed des harten spreekt zijn mond.
Lukas 7:15En de dode zat overeind, en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder.
Lukas 8:49Als Hij nog sprak, kwam er een van [het huis] des oversten der synagoge, zeggende tot hem: Uw dochter is gestorven; zijt den Meester niet moeilijk.
Lukas 9:11En de scharen, [dat] verstaande, volgden Hem; en Hij ontving ze, en sprak tot hen van het Koninkrijk Gods; en die genezing van node hadden, maakte Hij gezond.
Lukas 11:14En Hij wierp een duivel uit, en die was stom. En het geschiedde, als de duivel uitgevaren was, dat de stomme sprak; en de scharen verwonderden zich.
Lukas 11:37Als Hij nu [dit] sprak, bad Hem een zeker Farizeer, dat Hij bij hem het middagmaal wilde eten; en ingegaan zijnde, zat Hij aan.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken