G3105 μαίνομαι
gek zijn, razen, woeden

Bijbelteksten

Johannes 10:20En velen van hen zeiden: hij heeft den duivel, en is uitzinnig; wat hoort gij Hem?
Handelingen 12:15En zij zeiden tot haar: Gij raast. Doch zij bleef er sterk bij, dat het alzo was. En zij zeiden: Het is zijn engel.
Handelingen 26:24En als hij deze dingen tot verantwoording sprak, zeide Festus met grote stem: Gij raast, Paulus, de grote geleerdheid brengt u tot razernij!
Handelingen 26:25Maar hij zeide: Ik raas niet, machtigste Festus, maar ik spreek woorden van waarheid en van een gezond verstand;
1 Corinthiers 14:23Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in [vreemde] talen spraken, en [enige] ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart?

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken