Mattheus 18:16 | Maar indien hij [u] niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord besta. |
Mattheus 26:65 | Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft [God] gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijn [gods]lastering gehoord. |
Markus 14:63 | En de hogepriester, verscheurende zijn klederen, zeide: Wat hebben wij nog getuigen van node? |
Lukas 24:48 | En gij zijt getuigen van deze dingen. |
Handelingen 1:8 | Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde. |
Handelingen 1:22 | Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons opgenomen is, een derzelven met ons getuige worde van Zijn opstanding. |
Handelingen 2:32 | Dezen Jezus heeft God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn. |
Handelingen 3:15 | En den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn. |
Handelingen 5:32 | En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft dengenen, die Hem gehoorzaam zijn. |
Handelingen 6:13 | En stelden valse getuigen, die zeiden: Deze mens houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet. |
Handelingen 7:58 | En wierpen hem ter stad uit, en stenigden [hem]; en de getuigen legden hun klederen af aan de voeten eens jongelings, genaamd Saulus. |
Handelingen 10:39 | En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, [Hem] hangende aan het hout. |
Handelingen 10:41 | Niet al den volke, maar den getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons [namelijk], die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was. |
Handelingen 13:31 | Welke gezien is geweest, vele dagen lang, van degenen, die met Hem opgekomen waren van Galilea tot Jeruzalem, die Zijn getuigen zijn bij het volk. |
Handelingen 22:15 | Want gij zult Hem getuige zijn bij alle mensen, van hetgeen gij gezien en gehoord hebt. |
Handelingen 22:20 | En toen het bloed van Stefanus, Uw getuige, vergoten werd, [dat] ik daar ook bij stond, en mede een welbehagen had in zijn dood, en de klederen bewaarde dergenen, die hem doodden. |
Handelingen 26:16 | Maar richt u op, en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en getuige der dingen, beide die gij gezien hebt en in welke Ik u [nog] zal verschijnen; |
Romeinen 1:9 | Want God is mijn Getuige, Welken ik diene in mijn geest, in het Evangelie Zijns Zoons, hoe ik zonder nalaten uwer gedenke; |
2 Corinthiers 1:23 | Doch ik aanroepe God tot een Getuige over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, nog te Korinthe niet ben gekomen. |
2 Corinthiers 13:1 | Dit is de derde maal, [dat] ik tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan. |