G3173 μέγας
groot

Bijbelteksten

Mattheus 27:60En legde dat in zijn nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een grote steen [tegen] de deur des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg.
Mattheus 28:2En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde de steen af van de deur, en zat op denzelven.
Mattheus 28:8En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij heen, om [hetzelve] Zijn discipelen te boodschappen.
Markus 1:26En de onreine geest, hem scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem.
Markus 4:32En wanneer het gezaaid is, gaat het op, en wordt het meeste van al de moeskruiden, en maakt grote takken, alzo dat de vogelen des hemels onder zijn schaduw kunnen nestelen.
Markus 4:37En er werd een grote storm van wind, en de baren sloegen over in het schip, alzo dat het nu vol werd.
Markus 4:39En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil. En de wind ging liggen, en er werd grote stilte.
Markus 4:41En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Markus 5:7En met een grote stem roepende, zeide hij: Wat heb ik met U [te doen], Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt!
Markus 5:11En aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende.
Markus 5:42En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren [oud]; en zij ontzetten zich met grote ontzetting.
Markus 10:42Maar Jezus, hen tot Zich geroepen hebbende, zeide tot hen: Gij weet, dat degenen, die geacht worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken macht over hen.
Markus 10:43Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u groot zal willen worden, die zal uw dienaar zijn.
Markus 13:2En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen? Er zal niet [een] steen op den [anderen] steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
Markus 14:15En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust [en] gereed; bereidt het ons aldaar.
Markus 15:34En ter negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOi, ELOi, LAMMA SABACHTANI, hetwelk is, overgezet zijnde: Mijn God, Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten?
Markus 15:37En Jezus, een grote stem van [Zich] gegeven hebbende, gaf den geest.
Markus 16:4(En opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want hij was zeer groot.
Lukas 1:15Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan.
Lukas 1:32Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen