Mattheus 10:16 | Ziet, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven. |
Mattheus 13:25 | En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg. |
Mattheus 13:49 | Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden; |
Mattheus 14:6 | Maar als de dag der geboorte van Herodes gehouden werd, danste de dochter van Herodias in het midden [van hen]; en zij behaagde aan Herodes. |
Mattheus 14:24 | En het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was [hun] tegen. |
Mattheus 18:2 | En Jezus een kindeken tot Zich geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen; |
Mattheus 18:20 | Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen. |
Mattheus 25:6 | En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! |
Markus 3:3 | En Hij zeide tot den mens, die de verdorde hand had: Sta op in het midden. |
Markus 6:47 | En als het nu avond was geworden, zo was het schip in het midden van de zee, en Hij was alleen op het land. |
Markus 7:31 | En Hij wederom weggegaan zijnde van de landpalen van Tyrus en Sidon, kwam aan de zee van Galilea, door het midden der landpalen van Dekapolis. |
Markus 9:36 | En nemende een kindeken, stelde Hij dat midden onder hen, en omving het met Zijn armen, en zeide tot hen: |
Markus 14:60 | En de hogepriester, in het midden opstaande, vraagde Jezus, zeggende: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U? |
Lukas 2:46 | En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende. |
Lukas 4:30 | Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg. |
Lukas 4:35 | En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga van hem uit. En de duivel, hem in het midden geworpen hebbende, voer van hem uit, zonder hem iets te beschadigen. |
Lukas 5:19 | En niet vindende, waardoor zij hem inbrengen mochten, overmits de schare, zo klommen zij op het dak, en lieten hem door de tichelen neder met het beddeken, in het midden, voor Jezus. |
Lukas 6:8 | Doch Hij kende hun gedachten, en zeide tot den mens, die de dorre hand had: Rijs op, en sta in het midden. En hij opgestaan zijnde, stond [overeind]. |
Lukas 8:7 | En het andere viel in het midden van de doornen, en de doornen mede opwassende, verstikten hetzelve. |
Lukas 10:3 | Gaat henen; ziet, Ik zend u als lammeren in het midden der wolven. |