G3479 Ναζαρηνός
Nazareth (inwoner v.)

Bijbelteksten

Markus 1:24Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U [te doen], Gij Jezus Nazarener, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, [namelijk] de Heilige Gods.
Markus 14:67En ziende Petrus zich warmende, zag zij hem aan, en zeide: Ook gij waart met Jezus den Nazarener.
Markus 16:6Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden.
Lukas 4:34Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U [te doen], Gij Jezus Nazarener? Zijt Gij gekomen, om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, [namelijk] de Heilige Gods.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen