G3583 ξηραίνω
droog maken, drogen, droog leggen, uitdrogen, verdrogen, verschrompelen, wegkwijnen, uitteren
Mattheus 13:6 | Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord. |
Mattheus 21:19 | En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging Hij naar hem toe, en vond niets aan denzelven, dan alleenlijk bladeren; en zeide tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! En de vijgeboom verdorde terstond. |
Mattheus 21:20 | En de discipelen, [dat] ziende, verwonderden zich, zeggende: Hoe is de vijgeboom [zo] terstond verdord? |
Markus 3:1 | En Hij ging wederom in de synagoge; en aldaar was een mens, hebbende een verdorde hand. |
Markus 3:3 | En Hij zeide tot den mens, die de verdorde hand had: Sta op in het midden. |
Markus 4:6 | Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden, en omdat het geen wortel had, zo is het verdord. |
Markus 5:29 | En terstond is de fontein haars bloeds opgedroogd, en zij gevoelde aan haar lichaam, dat zij van die kwaal genezen was. |
Markus 9:18 | En waar hij hem ook aangrijpt, zo scheurt hij hem, en schuimt, en knerst met zijn tanden, en verdort; en ik heb Uw discipelen gezegd dat zij hem zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund. |
Markus 11:20 | En des morgens vroeg voorbijgaande, zagen zij, dat de vijgeboom verdord was, van de wortelen af. |
Markus 11:21 | En Petrus, [zulks] indachtig geworden zijnde, zeide tot Hem: Rabbi, zie, de vijgeboom, dien Gij vervloekt hebt, is verdord. |
Lukas 8:6 | En het andere viel op een steenrots, en opgewassen zijnde, is het verdord, omdat het geen vochtigheid had. |
Johannes 15:6 | Zo iemand in Mij niet blijft, die is buitengeworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. |
Jakobus 1:11 | Want de zon is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars aanschijns is vergaan; alzo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken. |
1 Petrus 1:24 | Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zijn bloem is afgevallen; |
Openbaring 14:15 | En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote stem tot Dengene, Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai; want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden. |
Openbaring 16:12 | En de zesde engel goot zijn fiool uit op de grote rivier, den Eufraat; en zijn water is uitgedroogd, opdat bereid zou worden de weg der koningen, die van den opgang der zon [komen zullen]. |