Hebreeen 6:9 | Maar, geliefden! wij verzekeren ons van u betere dingen, en met de zaligheid gevoegd, hoewel wij alzo spreken. |
Hebreeen 6:15 | En alzo, lankmoediglijk verwacht hebbende, heeft hij de belofte verkregen. |
Hebreeen 9:6 | Deze dingen nu, aldus toebereid zijnde, zo gingen wel de priesters in den eersten tabernakel, te allen tijde, om de [gods]diensten te volbrengen; |
Hebreeen 9:28 | Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid. |
Hebreeen 10:33 | Ten dele, als gij door smaadheden en verdrukkingen een schouwspel geworden zijt, en ten dele, als gij gemeenschap gehad hebt met degenen, die alzo behandeld werden. |
Hebreeen 12:21 | En Mozes, zo vreselijk was het gezicht, zeide: Ik ben gans bevreesd en bevende). |
Jakobus 1:11 | Want de zon is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars aanschijns is vergaan; alzo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken. |
Jakobus 2:12 | Spreekt alzo, en doet alzo, als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld worden. |
Jakobus 2:17 | Alzo ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is bij zichzelven dood. |
Jakobus 2:26 | Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, alzo is ook het geloof zonder de werken dood. |
Jakobus 3:5 | Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt [nochtans] grote dingen. Ziet, een klein vuur, hoe groten hoop houts het aansteekt. |
Jakobus 3:6 | De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad [onzer] geboorte, en wordt ontstoken van de hel. |
Jakobus 3:10 | Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking. Dit moet, mijn broeders, alzo niet geschieden. |
Jakobus 3:12 | Kan ook, mijn broeders, een vijgeboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Alzo [kan] geen fontein zout en zoet water voortbrengen. |
1 Petrus 2:15 | Want alzo is het de wil van God, dat gij, weldoende, den mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen; |
1 Petrus 3:5 | Want alzo versierden zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en waren haar eigen mannen onderdanig; |
2 Petrus 1:11 | Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. |
2 Petrus 3:4 | En zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien [dag], dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo [gelijk] van het begin der schepping. |
1 Johannes 2:6 | Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft. |
1 Johannes 4:11 | Geliefden, indien God ons alzo lief heeft gehad, zo zijn ook wij schuldig elkander lief te hebben. |