1 Corinthiers 5:12 | Want wat heb ik ook die buiten zijn te oordelen? Oordeelt gijlieden niet die binnen zijn? |
1 Corinthiers 6:1 | Durft iemand van ulieden, die een zaak heeft tegen een ander, te recht gaan voor de onrechtvaardigen, en niet voor de heiligen? |
1 Corinthiers 6:7 | Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade? |
1 Corinthiers 8:10 | Want zo iemand u, die de kennis hebt, ziet in der afgoden tempel aanzitten, zal het geweten deszelven, die zwak is, niet gestijfd worden, om te eten de dingen, die den afgoden geofferd zijn? |
1 Corinthiers 9:1 | Ben ik niet een apostel? Ben ik niet vrij? Heb ik niet Jezus Christus, onzen Heere, gezien? Zijt gijlieden niet mijn werk in den Heere? |
1 Corinthiers 9:8 | Spreek ik dit naar den mens, of zegt ook de wet hetzelfde niet? |
1 Corinthiers 10:16 | De drinkbeker der dankzegging, dien wij [dankzeggende] zegenen, is die niet een gemeenschap des bloeds van Christus? Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus? |
1 Corinthiers 10:18 | Ziet Israel, dat naar het vlees is: hebben niet degenen, die de offeranden eten, gemeenschap met het altaar? |
1 Corinthiers 10:29 | Doch ik zeg, [om] het geweten, niet van uzelven, maar des anderen; want waarom wordt mijn vrijheid geoordeeld van een ander geweten? |
2 Corinthiers 3:8 | Hoe zal niet veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn? |
2 Corinthiers 10:13 | Doch wij zullen niet roemen buiten de maat; maar dat wij, naar de maat des regels, welke maat ons God toegedeeld heeft, ook tot u toe zijn gekomen. |
1 Thessalonicensen 2:19 | Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst? |
Hebreeen 1:14 | Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beerven zullen? |
Hebreeen 3:17 | Over welke nu is Hij vertoornd geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen zijn in de woestijn? |