G3820 παλαιός
oud

Bijbelteksten

Mattheus 9:16Ook zet niemand een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap scheurt af van het kleed, en er wordt een ergere scheur.
Mattheus 9:17Noch doet men nieuwen wijn in oude [leder]zakken; anders zo bersten de [leder]zakken, en de wijn wordt uitgestort, en de [leder]zakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in nieuwe [leder]zakken, en beide te zamen worden behouden.
Mattheus 13:52En Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt.
Markus 2:21En niemand naait een lap ongevold laken op een oud kleed; anders scheurt deszelfs nieuwe aangenaaide lap [iets] af van het oude [kleed], en er wordt een ergere scheur.
Markus 2:22En niemand doet nieuwen wijn in oude [lederzakken]; anders doet de nieuwe wijn de [leder]zakken bersten en de wijn wordt uitgestort, en de [leder]zakken verderven; maar nieuwen wijn moet men in nieuwe [leder]zakken doen.
Lukas 5:36En Hij zeide ook tot hen een gelijkenis: Niemand zet een lap van een nieuw kleed op een oud kleed; anders zo scheurt ook dat nieuwe [het oude], en de lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen.
Lukas 5:37En niemand doet nieuwen wijn in oude [leder]zakken; anders zo zal de nieuwe wijn de [leder]zakken doen bersten, en de [wijn] zal uitgestort worden, en de [leder]zakken zullen verderven.
Lukas 5:39En niemand, die ouden drinkt, begeert terstond nieuwen; want hij zegt: De oude is beter.
Romeinen 6:6Dit wetende, dat onze oude mens met [Hem] gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen.
1 Corinthiers 5:7Zuivert dan den ouden zuurdesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, [namelijk] Christus.
1 Corinthiers 5:8Zo dan laat ons feest houden, niet in den ouden zuurdesem, noch in den zuurdesem der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde [broden] der oprechtheid en der waarheid.
2 Corinthiers 3:14Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op [den dag] van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan wordt.
Efeziers 4:22[Te weten] dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding;
Colossenzen 3:9Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken,
1 Johannes 2:7Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit oud gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech