G3916 παραχρῆμα
dadelijk, direct, op staande voet, onmiddellijk

Bijbelteksten

Mattheus 21:19En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging Hij naar hem toe, en vond niets aan denzelven, dan alleenlijk bladeren; en zeide tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! En de vijgeboom verdorde terstond.
Mattheus 21:20En de discipelen, [dat] ziende, verwonderden zich, zeggende: Hoe is de vijgeboom [zo] terstond verdord?
Lukas 1:64En terstond werd zijn mond geopend, en zijn tong [losgemaakt]; en hij sprak, God lovende.
Lukas 4:39En staande boven haar, bestrafte Hij de koorts, en [de koorts] verliet haar; en zij van stonde aan opstaande, diende henlieden.
Lukas 5:25En hij, terstond voor Hem opstaande, [en] opgenomen hebbende hetgeen, daar hij op gelegen had, ging heen naar zijn huis, God verheerlijkende.
Lukas 8:44Van achteren tot Hem komende, raakte den zoom Zijns kleeds aan; en terstond stelpte de vloed haars bloeds.
Lukas 8:47De vrouw nu, ziende, dat zij niet verborgen was, kwam bevende, en voor Hem nedervallende, verklaarde Hem voor al het volk, om wat oorzaak zij Hem aangeraakt had, en hoe zij terstond genezen was.
Lukas 8:55En haar geest keerde weder, en zij is terstond opgestaan; en Hij gebood, dat men haar te eten geven zoude.
Lukas 13:13En Hij legde de handen op haar; en zij werd terstond weder recht, en verheerlijkte God.
Lukas 18:43En terstond werd hij ziende, en volgde Hem, God verheerlijkende. En al het volk, [dat] ziende, gaf Gode lof.
Lukas 19:11En als zij dat hoorden, voegde Hij daarbij, en zeide een gelijkenis; omdat Hij nabij Jeruzalem was, en [omdat] zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond zou openbaar worden.
Lukas 22:60Maar Petrus zeide: Mens, ik weet niet, wat gij zegt. En terstond, als hij nog sprak, kraaide de haan.
Handelingen 3:7En hem grijpende bij de rechterhand richtte hij [hem] op, en terstond werden zijn voeten en enkelen vast.
Handelingen 5:10En zij viel terstond neder voor zijn voeten, en gaf den geest. En de jongelingen ingekomen zijnde, vonden haar dood en droegen [ze] uit, en begroeven [haar] bij haar man.
Handelingen 9:18En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.
Handelingen 12:23En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest.
Handelingen 13:11En nu zie, de hand des Heeren [is] tegen u, en gij zult blind zijn, en de zon niet zien voor een tijd. En van stonde aan viel op hem donkerheid en duisternis: en rondom gaande, zocht hij, die [hem] met de hand mochten leiden.
Handelingen 16:26En er geschiedde snellijk een grote aardbeving, alzo dat de fundamenten des kerkers bewogen werden; en terstond werden al de deuren geopend, en de banden van allen werden los.
Handelingen 16:33En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies [hen] van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech