Lukas 1:59 | En het geschiedde, dat zij op den achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, en noemden het Zacharias, naar den naam zijns vaders. |
Lukas 2:21 | En als acht dagen vervuld waren, dat men het Kindeken besnijden zou, zo werd Zijn Naam genaamd JEZUS, welke genaamd was van den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was. |
Johannes 7:22 | Daarom heeft Mozes ulieden de besnijdenis gegeven (niet dat zij uit Mozes is, maar uit de vaderen), en gij besnijdt een mens op den sabbat. |
Handelingen 7:8 | En Hij gaf hem het verbond der besnijdenis; en alzo gewon hij Izak, en besneed hem op den achtsten dag; en Izak [gewon] Jakob, en Jakob de twaalf patriarchen. |
Handelingen 15:1 | En sommigen, die afgekomen waren van Judea, leerden de broederen, [zeggende]: Indien gij niet besneden wordt naar de wijze van Mozes, zo kunt gij niet zalig worden. |
Handelingen 15:5 | Maar, [zeiden zij], er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der Farizeen, die gelovig zijn geworden, zeggende, dat men hen moet besnijden, en gebieden de wet van Mozes te onderhouden. |
Handelingen 15:24 | Nademaal wij gehoord hebben, dat sommigen, die van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben en uw zielen wankelende gemaakt, zeggende, dat gij moet besneden worden, en de wet onderhouden; welken wij [dat] niet bevolen hadden; |
Handelingen 16:3 | Deze wilde Paulus, dat met hem zou reizen; en hij nam en besneed hem, om der Joden wil, die in die plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader, dat hij een Griek was. |
Handelingen 21:21 | En zij zijn aangaande u bericht, dat gij al de Joden, die onder de heidenen zijn, leert van Mozes afvallen, zeggende: dat zij de kinderen niet zouden besnijden, noch naar de wijze [der wet] wandelen. |
1 Corinthiers 7:18 | Is iemand, besneden zijnde, geroepen, die late zich geen [voorhuid] aantrekken; is iemand, in de voorhuid zijnde, geroepen, die late zich niet besnijden. |
Galaten 2:3 | Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden. |
Galaten 5:2 | Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn. |
Galaten 5:3 | En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen. |
Galaten 6:12 | Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden. |
Galaten 6:13 | Want ook zij zelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden. |
Colossenzen 2:11 | In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; |