Colossenzen 3:19 | Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar. |
Openbaring 8:11 | En de naam der ster wordt genoemd Alsem; en het derde [deel] der wateren werd tot alsem; en vele mensen zijn gestorven van de wateren, want zij waren bitter geworden. |
Openbaring 10:9 | En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honig. |
Openbaring 10:10 | En ik nam dat boeksken uit de hand des engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond zoet als honig, en als ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. |