Mattheus 18:12 | Wat dunkt u, indien enig mens honderd schapen had, en een uit dezelve afgedwaald ware, zal hij niet de negen en negentig laten, en op de bergen heengaande, het afgedwaalde zoeken? |
Mattheus 18:13 | En indien het geschiedt, dat hij hetzelve vindt, voorwaar zeg Ik u, dat hij zich meer verblijdt over hetzelve, dan over de negen en negentig, die niet afgedwaald zijn geweest. |
Mattheus 22:29 | Maar Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods. |
Mattheus 24:4 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. |
Mattheus 24:5 | Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden. |
Mattheus 24:11 | En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden. |
Mattheus 24:24 | Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden. |
Markus 12:24 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Dwaalt gij niet, daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods? |
Markus 12:27 | God is niet een [God] der doden, maar een God der levenden. Gij dwaalt dan zeer. |
Markus 13:5 | En Jezus, hun antwoordende, begon te zeggen: Ziet toe, dat u niemand verleide. |
Markus 13:6 | Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben [de Christus]; en zullen velen verleiden. |
Lukas 21:8 | En Hij zeide: Ziet, dat gij niet verleid wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben [de Christus]; en de tijd is nabij gekomen, gaat dan hen niet na. |
Johannes 7:12 | En er was veel gemurmels van Hem onder de scharen. Sommigen zeiden: Hij is goed; en anderen zeiden: Neen, maar Hij verleidt de schare. |
Johannes 7:47 | De Farizeen dan antwoordden hun: Zijt ook gijlieden verleid? |
1 Corinthiers 6:9 | Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beerven? 10) Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, |
1 Corinthiers 15:33 | Dwaalt niet; kwade samensprekingen verderven goede zeden. |
Galaten 6:7 | Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. |
2 Timotheus 3:13 | Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid. |
Titus 3:3 | Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, [en] elkander hatende. |
Hebreeen 3:10 | Daarom was Ik vertoornd over dat geslacht, en sprak: Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. |