Mattheus 5:43 | Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten. |
Mattheus 19:19 | Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. |
Mattheus 22:39 | En het tweede aan dit gelijk, [is]: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. |
Markus 12:31 | En het tweede [aan dit] gelijk, [is] dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze. |
Markus 12:33 | En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen. |
Lukas 10:27 | En hij, antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven. |
Lukas 10:29 | Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste? |
Lukas 10:36 | Wie dan van deze drie dunkt u de naaste geweest te zijn desgenen, die onder de moordenaars gevallen was? |
Johannes 4:5 | Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar, nabij het stuk land, hetwelk Jakob zijn zoon Jozef gaf. |
Handelingen 7:27 | En die zijn naaste ongelijk deed, verstiet hem, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gesteld? |
Romeinen 13:9 | Want dit: Gij zult geen overspel doen, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult geen valse getuigenis geven, gij zult niet begeren; en zo er enig ander gebod is, wordt in dit woord als in een hoofdsom begrepen, [namelijk] in dit: Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelven. |
Romeinen 13:10 | De liefde doet den naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der wet. |
Romeinen 15:2 | Dat dan een iegelijk van ons [zijn] naaste behage ten goede, tot stichting. |
Galaten 5:14 | Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, [namelijk] in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven. |
Efeziers 4:25 | Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden. |
Jakobus 2:8 | Indien gij dan de koninklijke wet volbrengt, naar de Schrift: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven, zo doet gij wel; |