G4225 πού
waar?

Bijbelteksten

Markus 15:47En Maria Magdalena, en Maria, [de moeder] van Joses, aanschouwden, waar Hij gelegd werd.
Johannes 1:39Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij?
Romeinen 4:19En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede verstorven was, alzo hij omtrent honderd jaren oud was, [noch] ook dat de moeder in Sara verstorven was.
Hebreeen 2:6Maar iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt!
Hebreeen 4:4Want Hij heeft ergens van den zevenden [dag] aldus gesproken: En God heeft op den zevenden dag van al Zijn werken gerust.
1 Johannes 2:11Maar die zijn broeder haat, is in de duisternis, en wandelt in de duisternis, en weet niet, waar hij henengaat; want de duisternis heeft zijn ogen verblind.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel