1 Corinthiers 4:21 | Wat wilt gij? Zal ik met de roede tot u komen, of in liefde en [in] den geest der zachtmoedigheid? |
2 Corinthiers 10:1 | Voorts ik Paulus zelf bid u, door de zachtmoedigheid en goedertierenheid van Christus, die, tegenwoordig zijnde, wel gering ben onder u, maar afwezend stout ben tegen u; |
Galaten 5:23 | Tegen de zodanigen is de wet niet. |
Galaten 6:1 | Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. |
Efeziers 4:2 | Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde; |
Colossenzen 3:12 | Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid; |
1 Timotheus 6:11 | Maar gij, o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid. |
2 Timotheus 2:25 | Met zachtmoedigheid onderwijzende degenen, die tegenstaan; of hun God te eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid; |
Titus 3:2 | Dat zij niemand lasteren, geen vechters zijn, [maar] bescheiden zijn, alle zachtmoedigheid bewijzende jegens alle mensen. |