G4314 πρός
ten voordele van, bij, tegen, aan

Bijbelteksten

Markus 14:4En er waren sommigen, die dat zeer kwalijk namen bij zichzelven, en zeiden: Waartoe is dit verlies der zalf geschied?
Markus 14:10En Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren.
Markus 14:49Dagelijks was Ik bij ulieden in den tempel, lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen; maar [dit geschiedt], opdat de Schriften vervuld zouden worden.
Markus 14:53En zij leidden Jezus henen tot den hogepriester; en bij hem vergaderden al de overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden.
Markus 14:54En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur.
Markus 15:31En insgelijks ook de overpriesters, met de schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen.
Markus 15:43Kwam Jozef, die van Arimathea [was], een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.
Markus 16:3En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen?
Lukas 1:13Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.
Lukas 1:18En Zacharias zeide tot den engel: Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is verre op haar dagen gekomen.
Lukas 1:19En de engel antwoordde en zeide tot hem: Ik ben Gabriel, die voor God sta, en ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen te verkondigen.
Lukas 1:27Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria.
Lukas 1:28En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere [is] met u; gij [zijt] gezegend onder de vrouwen.
Lukas 1:34En Maria zeide tot den engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne?
Lukas 1:43En van waar [komt] mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?
Lukas 1:55(Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, [namelijk] tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid.
Lukas 1:61En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt.
Lukas 1:73[En] aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven,
Lukas 1:80En het kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en was in de woestijnen, tot den dag zijner vertoning aan Israel.
Lukas 2:15En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech